Bronstijd
Bronstijd 2000-800 v. Chr.
Tijdens de Nieuwe Steentijd werd er al koper gesmolten om gereedschap en sieraden te maken. Later ontdekte men dat dit materiaal veel gemakkelijker smolt als er tin aan werd toegevoegd. Het nieuwe mengsel werd ‘brons’ genoemd en was gemakkelijker te bewerken dan steen. Deze ontwikkeling bracht een nieuwe periode met zich mee.
In de Bronstijd was brons een belangrijk materiaal voor gereedschap, wapens, sieraden en enkele uitzonderlijke beelden. De oudste overgebleven voorwerpen van brons zijn vooral bijlen, maar ook enkele dolken, hellebaarden (houw- en stootwapen) en sieraden. Brons werd langzaamaan algemener, en men ging steeds meer metalen voorwerpen gebruiken. De kennis voor het bewerken van metalen ontstond in het Midden-Oosten. Daar werd brons sinds ongeveer 3000 v. Chr. al gebruikt. Deze kennis verspreidde zich langzaam naar Europa.
In Drenthe was er duidelijk meer sprake van bronsgieten dan in de rest van Nederland. Dit kwam waarschijnlijk doordat er een Europese handelsweg liep over de Drentse heuvelrug naar de barnsteenrijke Oostzeekust.
Brons was mooie en vooral sterker dan kopen. Maar brons was schaars in de Lage Landen. De grondstoffen voor brons komen namelijk niet voor in Nederland. Al het brons moest dus worden geïmporteerd uit andere landen. Veel geschikte ruilmiddelen waren niet aanwezig. Mogelijk weren barnsteen en zout als ruilmiddel gebruikt. Deze werden dan geruild tegen kant-en-klare producten of tegen brons schroot. Van opgebruikte voorwerpen werden weer nieuwe voorwerpen gegoten. Doordat het brons zo schaars was, heeft het vuursteen nooit helemaal verdrongen. Ook toen er al ijzer was bleef vuursteen nog lange tijd in gebruik. Maar vreemd genoeg zijn daar in Zuid-Nederland tot nu toe nog geen aanwijzingen voor gevonden.
De bronstijd in Nederland en België kan worden onderverdeeld in:
- Vroege bronstijd (2000 - 1800 v.Chr.)
- Midden bronstijd (1800 - 1100 v.Chr.)
- Late bronstijd (1100 - 800 v.Chr.)
Archeologiestudenten vinden drieduizend jaar oud bijltje