De Bourgondische periode 1400-1500

De Bourgondische tijd is de periode waarin een groot deel van de Lage Landen werden geregeerd door de hertogen van Bourgondië, die verschillende afzonderlijke gebieden bijeenvoegden en tot een grotere eenheid begonnen te maken.

De Franse prins Filips de Stoute luidde met zijn komst in de Nederlanden de Bourgondische Tijd in. Langzaam maakte hij een begin aan de samenvoeging van het gebied, dat voorheen bestond uit een lappendeken van verschillende gebieden. Vooral zijn kleinzoon Filips de Goede zorgde daarvoor. Dat deed hij meestal op een vreedzame manier door bijvoorbeeld huwelijk, erfenis of afkoop.

Elke provincie had wel zijn eigen bestuur met eigen instellingen, rechten en tradities. De vorst regeerden de provincies met behulp van de Staten-Provinciaal. In de Staten-Provinciaal waren drie standen:

• De adel
• De geestelijkheid
• De stedelingen

Alleen voor financiële zaken werden zij door de vorst geraadpleegd.

Ondanks het verzet slaagde Filips de Goede er in om een centraal bestuur te krijgen. Hij liet vertegenwoordigers van alle provincies samenkomen in één vergadering: de Staten-Generaal. Deze bestond uit vertegenwoordigers van de Staten-Provinciaal.

In 1467 stierf Filips de Goede. Zijn zoon Karel de Stoute volgde hem toen op en erfde al zijn bezit. Karel wilde het werk van zijn vader afmaken en van alle losse gebieden één gebied maken. Dit deed hij vaak met militair geweld. Maar om te vechten had hij veel geld nodig om de legers te betalen. Hij betaalde de legers met belastinggeld, en de belasting steeg daardoor enorm. Veel Nederlanders wilden geen belasting betalen. Karel moest daar legers naartoe sturen om hen te dwingen te betalen.

Karel de Stoute sneuvelde in 1477 tijdens de Slag bij Nancy. Deze veldslag was een poging om Nancy te veroveren. Na drie dagen zoeken vonden zijn soldaten hem vastgevroren in het ijs. Zijn hoofd was eraf gebeten door wolven.

Filips de Stoute               Filips de Goede           Karel de Stoute